dinsdag 15 januari 2013

onveilig

Op een avond viel ik -een jaar of tien- uit het bovenste bed. En brak mijn arm. Huilen natuurlijk. Vader kwaad. Meppen. Nog meer janken. Enzovoorts. Gat in mijn geheugen. Op enig moment is de dokter erbij gehaald. Die constateerde kennelijk behalve een breuk ook sporen van mishandeling
Want -en hier is mijn geheugen weer helder- nog dagen later was mijn vader zeer verontwaardigd dat de arts had durven suggereren dat hij mijn arm gebroken had. Hij had immers alleen op de andere arm geslagen!
Ik vrees dat de eerder genoemde wet op dit punt weinig effectief zal zijn. De wet voorziet in generlei sanctie en is alleen normstellend. Zou mijn vader door die normstelling tot het besef gekomen zijn dat het slaan van zijn kinderen eigenlijk onacceptabel was? Nee niet echt maar wellicht zou enige twijfel gezaaid zijn.
Maar uiteindelijk was het slaan het probleem niet.
Want zoals mijn broer eens opmerkte: ach, de pijn van dat slaan was je even snel vergeten als een sportblessure. De kwelling was de altijd aanwezige druk. Elk ogenblik kon die redeloze razernij losbarsten. Dat zorgde voor een permanente staat van angst en onzekerheid. Van die onveiligheid draag je levenslang de sporen met je mee. Daar is geen kruid tegen gewassen. Mon pauvre frere.

opa

Ik ben zo dol op mijn kleindochter dat ik zorgelijk veronderstelde dat ik een eenkennige opa zou worden.
Nu mijn kleinzoon zijn eerste verjaardag viert kan ik gelukkig vaststellen dat ik hem even onvoorwaardelijk aanbiddelijk, heldhaftig en ontroerend vind als zijn zuster.