woensdag 28 december 2011

Verdient voetbal een eigen Belisarius?

Om met de Slagertjes, klasgenoten van Woutertje Pieterse, en begenadigde dichters mee te rijmen:
Sport is een schone zaak
En schept de mensheid veel vermaak

Dat geldt wat mij betreft voor bijna alle sporten die in ons land boefend worden. Maar voor voetbal moet ik toch echt een uitzondering maken. Daar overtreft de hoeveelheid irritatie over het fenomeen veruit de hoeveelheid vermaak die het eventueel nog oplevert. Voetbal is geen sport meer maar een bedrijfstak en dan ook de nog de bedrijfstak die veruit het meest in het nieuws is. Het eindeloos gejeremieer over de blessures met doorlichting van het medisch dossier van het hele elftal en liefdevolle aandacht voor ieders middenvoetsbeentje. De litanie van bestuurlijke chaos waarbij de strijd om het pluche uitsluitend gaat tussen uitdeukers, Neanderthalers en ex-criminelen waarvan wij tot in de details op de hoogte worden gehouden..
Maar bovenal natuurlijk de nimmer aflatende stammenstrijd tussen de aanhangers die als wilde beesten in afzonderlijke kooien dienen te worden aan- en afgevoerd onder toezicht van de hele landelijke politiemacht.
Dan denk je dit moet wel een dieptepunt in de menselijke geschiedenis van de sportbeleving zijn. Niet dus. Het kan altijd nog erger.
In het laat Romeinse Rijk waren de wagenrennen nog populairder en nog meer politiek beladen dan voetbal nu. In 513 liepen volgens Wikipedia de na afloop van de spelen gebruikelijke rellen in Constantinopel zozeer uit de hand dat de twee voornaamste facties na een paar dagen plunderen gemene zaak maakten en het paleis dreigden te bestormen. Waarop generaal Belisarius de relschoppers insloot in het hippodroom en er 30.000 om zeep liet brengen. Een bloedbad.
Door alle vernielingen was in de stad voldoende ruimte ontstaan om de Hagia Sofia te bouwen. Dat dan weer wel. Ook werden voor de zekerheid een paar jaar geen wagenrennen gehouden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten