zaterdag 21 januari 2012

stinkend rijk

Last van jaloezie op mensen die rijker zijn heb ik nooit gekend. Het laat mij volstrekt onverschillig dat ik mijn kleren niet in de P.C. Hooftstraat maar in een tweedehands winkel koop. Ik gun iedereen die er min of meer eerlijk aangekomen is en niet zeurt over de belastingen zijn centen van harte.
Ik ben ook nooit jaloers wanneer ze het uitgeven aan kapitale villaas, kostbare vacanties, ruim bemeten jachten of veel te snelle auto's.
Maar ik voel -ironisch genoeg - een enkele keer wel een steek van afgunst wanneer ze hun geld weggeven. In de negentiende eeuw was dat nog heel gebruikelijk. Artis en het Concertgebouw danken er hun bestaan aan. Een maecenas-rol die nu bijna alleen nog door bedrijven wordt vervuld.
De redding van een historisch gebouw, het behoud van een viool, de oprichting van een levenseindekliniek, dat soort doelen wekt mijn spijtige bewondering voor de donors.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten